Babbeltjes en dingen

YASMIJN JARRAM
 
“Mooi hoor, zo’n kunstbeurs. Je ziet er veel – veel kunst, veel bezoekers en veel incrowd. Maar wie wil weten wat kunst in onze tijd werkelijk te zeggen heeft, moet de context zoeken van museum en tentoonstelling.” Zo besluit Anna Tilroe haar artikel over de kunstbeurs als ‘uitstalkast’ in de special van De Groene Amsterdammer. Tilroe verwoordt precies mijn eigen gevoel bij een beurs als Art Amsterdam. Kunstbeurzen vormen (steeds meer) een belangrijk onderdeel van de culturele infrastructuur. Wie op de hoogte wil blijven van met name het galeriewezen, ontkomt niet aan een regelmatige rondgang langs witte kubussen. Dus ook ik toog dit jaar weer naar de immer sfeervolle RAI, die vijf dagen lang dienst doet als artistiek winkelcentrum – met winkeliers die hun toeschietelijkheid niet zelden afstemmen op de vermeende koopkracht van het flanerende publiek.
 
Een kunstbeurs staat in het teken van verkoop, waardoor het maken van kunstinhoudelijke statements niet echt relevant is. Het geheel doet dan ook veilig en behouden aan. Om toch enige ruimte aan artistiek experiment te bieden is er No Holds Barred, een afdeling waaraan twaalf geselecteerde kunstenaars bijdragen leverden. Vele hiervan blijken zeer de moeite waard, zoals de boot met verhalende filmbeelden en ingesproken dagboekflarden van Jetske Verhoeven (PARC Editions), de door Natalia Pershina-Yakimanskaya verzamelde kledingstukken van Russiche arbeidersvrouwen (White Space Gallery) en de voetballers op een verlaten rangeerterrein in de video van Simon Gush (West).
 
No Holds Barred geeft enige sjeu aan het toch wat keurige geheel, waarbij het tegelijkertijd veelzeggend is dat de betreffende kunstenaars zo nadrukkelijk in een aparte sectie worden geplaatst. Ook buiten deze ‘ondeugende’ vrijplaats is gelukkig genoeg interessant werk te zien. Met name de stand van Tanya Rumpff heeft veel moois te bieden van onder andere Elena BeelaertsRobert Nicol en Moshekwa Langa. Ook Akinci brengt een boeiende presentatie (o.a. Persijn Broersen & Margit Lukács), evenals Liefhertje en De Grote Witte Reus (o.a. Johan Gustavsson, Sarah Carlier, Ahmet Polat) en de nog jonge Zwitserse Barbara Seiler Galerie (Justin Bennet). De vrolijk rebelse SupermARkeT van ArtKitchen en Galerie A zorgt bovendien voor de nodige lucht in het ernstige gebeuren.
 
Niettemin zijn er verschillende uitschieters naar beneden, vaak in de categorie ‘hippe’ kunst, zoals de geforceerd provocerende brandende swastika’s van fotograaf (en multimiljonair) Max Snow bij Serieuze Zaken Studioos, de naargeestig grijnzende blote meisjes van Benny Nero bij Galerie Thomas Craemer en Gallery Delaive met haar eeuwige Ayako Rokkaku. Evenals vorig jaar ontbreken diverse gerespecteerde Nederlandse galeries als die van Juliette Jongma, Martin van Zomeren en Diana Stigter. Niet zonder reden.
 
Tijdens een debat over bloggen als vorm van kunstkritiek, haalt panellid Roos van Put een post op Trendbeheer aan van kunstenaar Bonno van Doorn. Hij doet daarin op humoristische wijze verslag van zijn bezoek aan de opening van Art Amsterdam met zijn moeder: “Het is gewoon te veel van het goede en veel te veel van het slechte. En eigenlijk kom je er ook nooit echt aan toe om eens goed naar de dingen kijken, want zo zijn er ook weer een heleboel interessante mensen om handjes mee te schudden en waar je dan weer een gezellig babbeltje mee houdt. En ondertussen lekker slempen! Nee joh…. hartstikke leuk al die dingen. Ja, dingen! Want kunstwerken blijven gewoon dingen.” Hoewel Roos van Put de post noemt om aan te geven dat kunstblogs niet altijd inhoudelijke informatie bieden, raakt het licht ironische bericht van Bonno van Doorn eigenlijk aan de kern van Art Amsterdam: babbeltjes en dingen. En zolang je je dat realiseert, hoeft dat niet erg te zijn.
 
In het randprogramma van de beurs, Art in Amsterdam, zag ik onder andere de Prix de Rome-genomineerden in SMART en de expositie Psychopomp Counsel in De Ateliers. Hierover later meer.

 

Leave a comment